Net echt
De Vlaggebrief of ICP (Internationaal Certificaat Pleziervaartuigen) is het papier dat je in het buitenland voor je boot met hebben. Het is niet door het Rijk gemaakt, zoals je paspoort. Onze plezierhandelsmaatschappij ANWB deed het, en nu het Watersportverbond.
Het is een officieus document. Dat zeggen ze ook op hun website. Alleen om wat te kunnen laten zien in allerlei landen. Waarom, vraag je je dan af. Tja, zo draaien ambtelijke molens nu eenmaal. Als je bijvoorbeeld een vraag hebt aan de Kustwacht, hoe onschuldig ook, dan nemen ze je pas serieus als je je scheepsnaam, lengte schip, naam eigenaar, schipper, enzovoorts hebt opgegeven. Daar moet nu eenmaal ook een nummer bij. Daar is die Vlaggebrief voor. Je scheepsdocument. Ik had 30 jaar geleden geen scheepsdocument in Frankrijk en toen kreeg ik een boete van een paar honderd gulden. De Vlaggebrief is te bekomen voor drie tientjes als je een kopie van je paspoort opstuurt, een bewijs dat de boot van jou is, en een foto van je schip.
Officieus betekent onofficieel, maar wel netjes. Zo ziet-ie er ook uit. Dat officieuze geeft soms twijfel bij een controlerende instantie, is mijn ervaring. Twijfel is niet OK bij het controlerende slag volk. Vooral ver weg op de wereld ging me dat tijd kosten. Ze willen ineens een echter papier. Die moet je dan gaan zoeken, via fax of email. Toen ik nog jong was zei ik waarom dit onredelijk was. Dan zorgen ze ook dat je dure telefoontjes naar Nederland maakt, en ambassade of consulaat om hulp moet vragen. Heb je na veel moeite iets ingeleverd, dan moet je gaan wachten. Lang wachten. In verre landen kun je dit gehannes bekorten met dollars of drank of sigaretten, waar je ook niet gelukkig van wordt.
Een Nederlandse wereldzeilster zag het gehannes rond de Vlaggebrief, en andere papieren. Want op zo’n Vlaggebrief staan ook dingen niet, en als je bovenstaande narigheid wil voorkomen, kom je op voorhand dus al met documenten waar meer gegevens op staan.
Die wereldzeilster is handig in opmaken en vormgeven, dus heeft ze eens een net zo officieus document gemaakt, maar dan officiëler ogend. Met een echt nep-watermerk van allerlei dunne streepjes, met NLD daar weer doorheen gewatermerkt, en dan ook nog met heel veel te kleine letters, zoals al die officiële documenten hebben. Dit uiteraard in 3 talen. Ze doopte hem ‘Boot Paspoort’. Je kunt het als word document downloaden van haar blogspot, met gebruiksaanwijzing. Je vult je gegevens in, foto erbij. Je print de voor-en achterkant, plastificeert hem, en klaar:

En nu de test. In Frankrijk is de Ya doorgelicht door 2 man douane, 6 man bewaking en een hond, in Marokko werden de papieren twee keer uitgebreid nagetrokken. Maar dat Bootpaspoort, nul vragen. Logisch, alles staat erop. In Barbados zelfs, regelvolgers bij uitstek, kreeg ik er zelfs een compliment over. In Colon, Panama, waar de prijzen van de diverse stempels en documenten per ‘klant’ verschillen, zat de ambtenaar strak in het pak. Ik hoorde hoe hij de Engelsman voor mij in rap Spaans toesprak dat hij nog wat extra documenten moest hebben. De Engelsman droop niet begrijpend af. Deze douanier was duidelijk de man hier, iemand die je met pet af tegemoet moest treden, iemand die uitsluitend gewichtige documenten moest zien en zich niet met minder liet afschepen.
Ik toonde hem bescheiden het Boot Paspoort. Hij nam het Boot Paspoort aan. Hij keek eens goed. Ik vroeg of het OK was. Hij zei: “Excellent”.
Kijk, dat is nog eens net echt.
Reacties