De Ya is de Atlantische oceaan energieneutraal overgestoken!
Alles zeilen, alleen in de havens gemotord
Natuurlijk is voorbereiding alles. We hebben van te voren goed naar de weersvoorspellingen gekeken. Want als je zo’n oversteek zonder motoren wilt maken moet je wel wind houden. De beide elektromotoren gebruiken we alleen om een haven mee in of uit te komen. Ze trekken teveel stroom om lang te gebruiken.
Het weer zag er ook goed uit. Alleen onder de Kaap Verden zat nog een flauwte, maar daar konden we mooi omheen. We hebben voortdurend de wind opgezocht. Zeilen is leuk, dus zeilden we.
Toen we de marina van Mindelo (Kaap Verden) uitvoeren, hesen we gelijk de zeilen. Het eerste stukje van 2 uur heb je de wind wat tegen en dat vraagt om een ander zeilplan dan de rest van het traject. Geen punt voor ons, wij vinden zeilen leuk en wij varen met een prettige snelheid van 4-5 knopen en nemen een ontbijtje.
Maar links en rechts zie je jachten passeren met de motor flink aan en het canvas nog over de opgedoekte zeilen. Ja, dat kost veel energie. Van een van de jachten begrepen we het wel. Dat was onze havenbuurman die op ieder gangboord 26 jerrycans van 30 liter had vastgeknoopt. Dat valt onder de categorie van het heilige geloof, dieselreligie. We begrepen dus prima dat zijn eerste zeil pas omhoog ging toen alle andere jachten hem voorbijzeilden. Tja, zeilen gaat met een zeiljacht uiteindelijk wel sneller.
Onze buurman in de haven deed dezelfde oversteek met een goedgevulde dieseltank en 2X26 jerrycans van 30 liter op de gangboorden. Hij was er 3 dagen eerder. Puntje veiligheid: Qua gewicht kun je net zo goed een kleine middenklasse auto op je dek zetten. Het verandert je stabiliteit dus flink; je slaat eerder om.
Goede wind houden
Op zee was er altijd wel zon voor de panelen en konden ook de generatoren bijladen als we vaart genoeg hadden. We haalden via de satelliet weersvoorspellingen op en zo zorgden we dat we in de gebieden kwamen waar goede wind stond. Dat is nodig, want de generatoren geven zoveel extra energie, dat we kunnen leven zonder energie tekort te komen. En bij weinig wind hebben we de gennaker, een flink zeil van 58 m2 en dat geeft wel voortgang.
We volgden eens een conversatie tussen twee zeilschepen over de marifoon die ook beiden de oceaan aan het oversteken waren. De een zei dat hij de motor moest bijzetten bij zo weinig wind, en dat hij er zelf van baalde. Wij hoefden dat niet, we hadden de gennaker op staan. Wel moesten we daar onze koers 10 graden voor verleggen, maar dat kostte maar een mijl extra varen. Op een oversteek van dik 2000 mijl, lijkt me te doen. Bovendien varen we met gennaker harder, dus dat maken we dik goed.
Zeilser
Emile: “De fok erbij en een kluiver uitrollen, of toch de gennaker?”
Peter: “Laten we de gennaker zetten, maar met een rif in het grootzeil? Dan stuurt ze als vanzelf met dit windje.“
Dat zijn toch de betere gesprekken. Ten eerste omdat gesprekken onder het geluid van een motor inspannender verlopen. De permanente diesellucht aan boord is ook geen pre.
Maar meer dan dat is het aardige dat het varen weer zeilser wordt. Langzaamaan verdwijnt de motor als ‘oplossing’ uit je systeem en ga je de dingen met zeilen oplossen. Je bent lekker bezig met de wind, de windhoek, het zeilplan, de zeiltrim, en alles wat zeilen zo leuk maakt.
Eigenlijk waren we zo bezig met het zeilen, dat we de motoren als eventuele oplossing zelfs vergaten.
Zeilen, lezen, schrijven. Klusje klaren, visje vangen. Lekker koken, lekker eten.
Het leven op de oceaan is rustgevend. Al heb je altijd wel wat te doen. Het zeilen is natuurlijk nummer 1. Het zeilen zelf is toch iets dat altijd wat aandacht vraagt, dus dat deed degene die de wacht had. Het begint met de weersvoorspellingen opvragen en interpreteren, routeren. En dan de juiste zeilen zetten. Het zeilen let weer nauwer dan als je een dieselmotor hebt waarmee je zonodig een windstilte uit- of door kan motoren. Verder is er wat onderhoud en gaat er wel eens wat stuk (zie verderop in dit verslag).
Maar lezen deden we ook veel. En elke dag ging er een tekst via de satelliet waar Julia en Arthur thuis de tekst op de wereldreispagina op de website zetten.
En last but not least: Emile had zich opgeworpen als kok. Dus aten we ook veel. Warme hapjes als tussendoortjes, citroencake bakken, het kon niet op. En dan nog even een verse dorade, van de zee uit zo in de pan. Dat is zo vers, je proefde hem bijna nog zwemmend.
De eerste dorade die we vingen. Vissers willen misschien hele grote vissen, maar wij waren juist blij met dit formaat, want dat was een mooi maal voor ons tweeën. Dat is de essentie van het hele duurzaam jacht project: gebruik, gebruik, neem van de aarde. Maar neem alleen dat wat je dan ook echt nodig hebt. Daarom ging de hengel er pas de volgende dag weer uit.
De energie huishouding: zolang we varen gaat het prima
We doen alles elektrisch, dus ook het koken. We zijn lekker gaan gebruiken wat we wilden. En dat is nogal wat. Emile gebruikte de inductiekookplaat en de magnetron/oven naar hartelust. Continu staat er voor de navigatie een marifoon aan, een plotter, al of niet met radar, en een laptop. Verder gebruiken we nog een laptop, een tablet, smartphones, batterijladers en nog wat dingen. En ’s avonds wat verlichting. Op de hele oversteek zijn de accu’s 2 keer onder de 80% gekomen. Dat is beide keren op een dag geweest dat we een bewolkte hemel hadden en weinig wind. Dus geen zon in de panelen, en geen wind om vaart te maken dus konden de schroefgeneratoren niet leveren. Want we halen het prima, de problemen beginnen pas bij de wal.
Naar en in een haven moet je motoren. Zo is dat nu eenmaal ingericht. Dat kost veel energie. Verder bouwen we geen energie op, omdat stilliggend de schroefgeneratoren niet leveren. Dan moet de zon wel heel hard blijven schijnen. Dus als we varen, gaat het goed. Nu de rest van de wereld nog.
We hadden problemen… en oplossingen
Het grootste probleem was een lekkage van een asje van een katrolletje van het touwtje waarmee je het zwaard -een soort kiel- uit het water hijst (de as van het zwaardvalblok). Dat zat keurig achter de betimmering weggewerkt en drupte langzaam onder de vloer door. Je kunt wel blijven pompen, maar continu staat er water in je ‘opslagruimte’ onder het schip, waar je groenten, enzovoorts liggen. We hebben het lek gevonden, gedicht en de bilge weer leeggepompt.
Het tweede probleem was een kapotte controller van 1 van de twee generatoren (annex motoren). Als je tijdens het zeilen vaart, gaan de schroeven meedraaien en daarop zijn twee generatoren aangesloten die stroom aan de accus leveren. Die stroom hebben we nodig. Zo’n controller zit vol met chips en transistoren. High end techniek. Maar zo’n controller verwisselen voor een andere, is een koud kunstje. We hadden een reserve controller bij ons. In een-twee uur het ding overgezet en hup.
zo’n controller zit bomvol high tech, maar zo’n kastje verwisselen is een koud kunstje.
Het mooie is, je stuurt een smsje via de satelliet naar E-Tech en die stuurt een nieuwe controller -formaat van een flink boek- met de eerstkomende gast mee die aan boord komt. Stel je voor dat er iets met het computergedeelte van een dieselmotor misgaat. Dat zagen we bij onze buurman in de haven van Las Palmas. Die zat dus zonder motor en ze hebben zes weken in de haven gewacht op onderdelen en de monteur die het moest komen maken. Bij ons was de vertraging…nihil!
Impressie van Emile
Nadat Erick en Noortje op de Kaap Verden van boord gingen, stapte Emile op. Emile is een Zweed-Zwitser en zeilt al van kinds af aan. Hij heeft een half jaar vrij en wil in die tijd een oceaanoversteek maken en Spaans leren. Dat kun je combineren. Hij reist hierna door naar Costa Rica en blijft daar 3-4 maanden. Hij schreef van harte deze reflectie, toen we ongeveer op het midden van de oceaan waren.
Here I am, writing a reflexion
You know it is a tough decision to cross an ocean
We are very small
From a squall like a wall
To no wind at all
But please believe me when I say
Either my way
From shore to shore
We shall see the light, every day a little more
And the two worlds shall unite.
Dec. 16, 06:00, 13 deg 38’ North, 044 deg 43’ West.
Emile is hier ‘on duty’. Hij loopt wacht op zijn favoriete stek, op de zitzak aan lij.
Emile heeft met toewijding zijn taak als kok volbracht. Hier het allereerste begin, het stouwen van het eten. Die Nederlandse etiketten gaat nog wel, maar: “Peter, what the heck is a “Unox Rookworst” ??”
Reacties